Vragen over

Preferentiebeleid

Het woord preferentiebeleid binnen de geneesmiddelenwereld duidt op een beleid dat wordt gevoerd door zorgverzekeraars. Het is een voorkeursbeleid waarbij een zorgverzekeraar een keuze maakt uit het enorme aantal op de Nederlandse markt geregistreerde geneesmiddelen.

Het beleid is van toepassing op geneesmiddelen waarvoor 1 of meerdere identieke geneesmiddelen beschikbaar zijn. De zorgverzekeraar kiest over het algemeen voor het goedkoopste middel. Op deze manier zorgen zorgverzekeraars ervoor dat de kosten binnen de gezondheidszorg in Nederland niet onnodig hoog zijn.

Het preferentiebeleid van zorgverzekeraars is zeer succesvol. Zelfs de meest pessimistische schattingen gaan ervan uit dan de cumulatieve besparing gedurende de laatste 10 jaar tenminste 5 miljard Euro geweest is. Dat is dus 300 Euro per Nederlander.

Preferentiebeleid bij zorgverzekeraars

Niet alle zorgverzekeraars hebben dezelfde geneesmiddelen opgenomen in hun preferentiebeleid.

Wilt u meer weten over het preferentiebeleid van uw eigen zorgverzekeraar, klik dan op de betreffende link:

CZ

Menzis

VGZ

Zilveren Kruis

Wie beslist welk geneesmiddel als preferent wordt aangewezen?

De zorgverzekeraar beslist welk geneesmiddel voor een bepaalde periode preferent is. De zorgverzekeraar houdt hierbij volop rekening met de patiënten. De rechten van de patiënt/verzekerde worden tevens gewaarborgd door bepalingen in de Regeling zorgverzekering.

Op basis van welke criteria wijst een zorgverzekeraar een preferent geneesmiddel aan?

De belangrijkste criteria zijn: prijs en kwaliteit/betrouwbaarheid van de leverancier. De kwaliteit van het geneesmiddel is gewaarborgd door het Nederlandse systeem van registratie en kwaliteitscontrole.

Aanvullend letten de verzekeraars op de volgende zaken:

  • Het aanwijzingsbeleid van de zorgverzekeraar dient zodanig te zijn dat van iedere werkzame stof tenminste één geneesmiddel wordt aangewezen.
  • zorgverzekeraars garanderen dat als het aangewezen geneesmiddel voor een specifieke verzekerde medisch onverantwoord is, deze verzekerde ook aanspraak heeft op een ander middel niet door de zorgverzekeraar is aangewezen.
  • Wanneer een geneesmiddel in verschillende verschijningsvormen op de markt is, wijzen zij niet slechts één geneesmiddel aan. Doorgaans wordt er per sterkte en farmaceutische vorm een apart preferent geneesmiddel aangewezen.

Wat is het belang van het preferentiebeleid voor de farmaceutische zorg in Nederland? Tot welke besparing heeft het preferentiebeleid geleid?

Het preferentiebeleid heeft geleid tot enorme besparingen voor de gemiddelde Nederlander, waarbij de kwaliteit volledig is gehandhaafd. Alleen al de besparing in 2008 – het eerste jaar waarin volledig preferentiebeleid werd gevoerd – is door de KNMP becijferd op 360 tot 380 miljoen Euro. Sindsdien is deze besparing nog sterk opgelopen tot naar schatting 600 Miljoen Euro op jaarbasis. De totale besparing is inmiddels tussen de 4-6 miljard Euro.

Voor het preferentiebeleid leidde de concurrentie die er natuurlijk wel was tussen de verschillende leveranciers binnen een cluster niet tot lagere prijzen voor de eindgebruiker (patiënt) of zijn zorgverzekeraar. De kortingen kwamen in het verleden tot uiting in grote marges voor degene die besliste welk geneesmiddel uiteindelijk werd afgeleverd: de apotheker. Het was in die tijd niet ongebruikelijk dat een apotheker rond zijn veertigste zijn apotheek verkocht en ging rentenieren. Schattingen van de voor het preferentiebeleid door de farmaceutische industrie uitbetaalde jaarlijkse ‘bonussen’ per apotheker lopen uiteen van 300.000-600.00 per jaar!

Leidt het preferentiebeleid tot meer problematische tekorten voor geneesmiddelen?

Nee, uit alle cijfers blijkt dat de grootste problemen wat betreft tekorten zich juist voordoen bij gepatenteerde merkgeneesmiddelen. En die vallen niet onder het preferentiebeleid.

De tekorten van geneesmiddelen worden op verschillende manieren geregistreerd. Een van de meest in het nieuws zijnde registraties is Farmanco, het registratiesysteem van de beroepsvereniging van apothekers, de KNMP. Op de website van Farmanco staan een groot aantal geneesmiddelen. Zorgvuldige bestudering van deze lijst en vergelijking van deze lijst met de lijsten van preferente geneesmiddelen van de verschillende zorgverzekeraars, maakt al snel duidelijk dat er slechts een zeer beperkt aantal preferente geneesmiddelen met tekorten binnen Farmanco geregistreerd staat. Verreweg de meeste geneesmiddelentekorten die hier vermeld staan gaan over merkgeneesmiddelen.

Merkgeneesmiddelen genieten meestal nog patentbescherming. Een tekort van een dergelijk geneesmiddel zal in veel gevallen leiden tot een serieus behandelprobleem. Door de patentbescherming is er namelijk geen ander geneesmiddel met dezelfde werkzame stof.

Dat ligt wezenlijk anders bij de generieke geneesmiddelen die niet meer onder de patentbescherming vallen. Alle preferente geneesmiddelen zijn generiek.. Als een dergelijk middel op enig moment niet meer leverbaar is, zijn er altijd andere fabrikanten/leveranciers die een identiek geneesmiddel leveren. Dat leidt slechts in uitzonderingsgevallen tot een behandelprobleem.

Moet ten gevolge van het preferentiebeleid vaker ‘gewisseld worden van doosje’?
Hoe vaak wisselt de zorgverzekeraar van preferent geneesmiddel?

Nee, in de meeste gevallen bedraagt de periode waarvoor een zorgverzekeraar een specifiek geneesmiddel als preferent aanwijst nu twee jaar. Daarna volgt een nieuwe aanwijsperiode van weer 2 jaar, waarbij het aangewezen geneesmiddel in veel gevallen hetzelfde blijft. Er hoeft dus niet vaak van doosje gewisseld te worden als gevolg van het preferentiebeleid.

Indien een preferent generiek geneesmiddel op enig moment niet leverbaar is, kan er wel de noodzaak ontstaan om van doosje te wisselen, maar dit zal zelden leiden tot een behandelingsprobleem.
Dat valt in het niet bij het grote aandeel dat de (gepatenteerde) merkgeneesmiddelen hebben in de tekorten, waarbij juist hier de wisseling van doosje in veel gevallen wel een behandelingsprobleem oplevert.

Aanvankelijk wezen zorgverzekeraars preferente geneesmiddelen aan voor een half jaar. Er waren enkele biedingsrondes nodig om voldoende prijsdaling te bewerkstelligen. De laatste jaren blijkt dat na twee en soms zelfs al na één biedingsronde er een zeer lage prijs bereikt wordt. Als reactie daarop , maar ook vanwege de reacties uit het zorgveld dat de snel elkaar opvolgende aanwijzingen konden leiden tot de noodzaak om ‘van doosje te moeten wisselen’ hebben alle zorgverzekeraars die een preferentiebeleid voeren de periode van aanwijzen van een preferent middel verlengd. Na afloop van deze periode stellen enkele zorgverzekeraars bij een nieuwe biedingsronde ook nog de eis dat er sprake moet zijn van een aanzienlijke prijsdaling. Is daar geen sprake van, dan blijft het aanvankelijk aangewezen geneesmiddel preferent. Concluderend kan dus gesteld worden dat de aanwijssystematiek van zorgverzekeraars niet als oorzaak benoemd kan worden waardoor patiënte vaak ‘van doosje moeten wisselen’.

Hoe komen de besparingen van het preferentiebeleid ten goede van de patiënt/verzekerde?

De besparingen komen direct ten goede aan de patiënt/ verzekerde:

  • Minder verbruik eigen risico. Er zijn zelfs verzekeraars die preferente geneesmiddelen helemaal niet ten laste van het eigen risico brengen (VGZ)
  • Minder premiestijging van de ziektekostenverzekeringen

Aanvullend letten de verzekeraars op de volgende zaken:

  • Het aanwijzingsbeleid van de zorgverzekeraar dient zodanig te zijn dat van iedere werkzame stof tenminste één geneesmiddel wordt aangewezen.
  • zorgverzekeraars garanderen dat als het aangewezen geneesmiddel voor een specifieke verzekerde medisch onverantwoord is, deze verzekerde ook aanspraak heeft op een ander middel niet door de zorgverzekeraar is aangewezen.
  • Wanneer een geneesmiddel in verschillende verschijningsvormen op de markt is, wijzen zij niet slechts één geneesmiddel aan. Doorgaans wordt er per sterkte en farmaceutische vorm een apart preferent geneesmiddel aangewezen.

Gelden voor merkloze geneesmiddelen dezelfde eisen voor kwaliteit, samenstelling en werkzaamheid, als voor het merkgeneesmiddel?

Ja deze eisen zijn gelijk.

In heel veel gevallen komen de farmaceutische grondstoffen voor het generieke geneesmiddel en het merkgeneesmiddel (gedeeltelijk) uit dezelfde fabrieken, die meestal in India of China staan. Het komt regelmatig voor dat het enige verschil tussen een generiek en merkgeneesmiddel de verpakking is.

Belangrijke eisen waaraan alle geneesmiddelen, zowel generiek als merk, in Nederland moeten voldoen

  • Producent moet zich aan de EU-GMP normen houden en wordt daarop actief gecontroleerd door de overheid
  • Bandbreedte van de aanwezige werkzame stof ten opzichte van ideaal: +/- 5%. Dit wordt getest voor elke geproduceerde batch.
  • Productie, transport en opslag onder gecontroleerde condities.
  • Voor generiek geneesmiddel dient de bloedspiegel vergelijkbaar te zijn met het referentieproduct met een bandbreedte in gezonde vrijwilligers die dezelfde is als de bandbreedte die optreedt bij het merkgeneesmiddel.
© Copyright - Generieke Leveranciers Nederland